Seat Leon: Brandstof - Controleren en bijvullen - Aanwijzingen - Seat Leon - InstructieboekjeSeat Leon: Brandstof

Benzinesoorten

Welke benzinesoort voor uw wagen geschikt is, staat aan de binnenzijde van de tankklep.

De wagen is met een katalysator uitgerust en mag alleen op loodvrije benzine rijden. De benzine moet voldoen aan de Europese norm EN 228 resp. de Duitse norm DIN 51626-1 en moet loodvrij zijn. U mag brandstoffen tanken die maximaal 10% ethanol (E10) bevatten.

De diverse types benzine verschillen qua octaangetal (RON).

De volgende benamingen komen overeen met die op de sticker op de tankklep:

Loodvrij super met octaangetal 95 of loodvrij normaal met octaangetal van min. 91

Geadviseerd wordt om loodvrij super met octaangetal 95 te tanken. Mocht deze niet ter beschikking staan: tank dan loodvrij normaal met een octaangetal van 91, maar houd dan wel rekening met een lichte reductie in vermogen.

Loodvrij super met octaangetal van min. 95

U moet loodvrij super met een octaangetal van min. 95 gebruiken.

Als er geen loodvrij super beschikbaar is, kunt u ook in geval van nood loodvrij normaal met octaangetal 91 tanken. In dat geval mag u echter alleen met gemiddelde toerentallen en geringe motorbelasting rijden. Tank loodvrij super bij de eerst komende gelegenheid die zich voordoet.

Loodvrij super met octaangetal 98 of loodvrij super met octaangetal van min. 95

Geadviseerd wordt om loodvrij super met octaangetal 98 te tanken. Mocht deze niet ter beschikking staan: tank dan loodvrij super met een octaangetal van 95, maar houd dan wel rekening met een lichte reductie in vermogen.

Als er geen loodvrij super beschikbaar is, kunt u ook in geval van nood loodvrij normaal met octaangetal 91 tanken. In dat geval mag u echter alleen met gemiddelde toerentallen en geringe motorbelasting rijden. Tank loodvrij super bij de eerst komende gelegenheid die zich voordoet.

Benzinetoevoegingen

De brandstofkwaliteit beïnvloedt het soepel draaien van de motor, het vermogen en de levensduur van de motor. Daarom moet metaalvrije kwaliteitsbenzine getankt worden met geschikte additieven, reeds toegevoegd door de aardolie-industrie. Deze toevoegingen beschermen tegen corrosie, reinigen het brandstofsysteem en voorkomen aanslag in de motor.

Wanneer er geen kwaliteitsbenzine met metaalvrije additieven beschikbaar is of er motorstoringen voorkomen, moet u de noodzakelijke additieven bij het tanken toevoegen  .

Het is gebleken dat niet alle benzine-additieven goed werken. Het gebruik van ongeschikte additieven voor de benzine kan aanzienlijke schade veroorzaken aan de motor en de katalysator beschadigen. Gebruik nooit metaalhoudende additieven voor de benzine! De metaalhoudende additieven kunnen ook in de benzine-additieven zitten om de klopvastheid te verbeteren en het octaangehalte te verhogen  .

SEAT raadt de "Originele additieven van de groep Volkswagen voor benzinemotoren" aan. Bij de SEAT-specialisten kan u deze additieven kopen en informatie inwinnen betreffende het gebruik.

VOORZICHTIG

  • Tank niet als op de pomp aangegeven staat dat de brandstof metaal bevat. LRP-brandstoffen (loodvervangende benzine of lead replacement petrol) bevatten metaalhoudende additieven in hoge concentraties. Het gebruik hiervan kan de motor beschadigen!
  • U mag geen brandstoffen tanken die een grote hoeveelheid ethanol (bijv. E50, E85) bevatten.

    Dit leidt tot schade aan het brandstofsysteem.

  • Eén keer tanken van loodhoudende brandstof of ander metaaltoevoegingen leidt al tot een blijvende afname van het rendement van de katalysator.
  • U mag uitsluitend additieven voor benzine gebruiken die zijn goedgekeurd door SEAT.

    Additieven die het octaangetal verhogen of de klopvastheid verbeteren, kunnen metaaldeeltjes bevatten die de motor en katalysator flink kunnen beschadigen. Dergelijke additieven mogen niet worden gebruikt.

  • Bij benzine met een laag octaangehalte kunnen hoge toerentallen of een sterke motorbelasting tot schade aan de motor leiden.

 

Let op

  • U kunt benzine tanken met een hoger octaangehalte dan de motor van uw wagen nodig heeft.
  • In landen waar geen loodvrije benzine beschikbaar is, kunt u benzine met een laag loodgehalte tanken.

Dieselbrandstof

Let op de informatie aan de binnenzijde van de tankklep.

Geadviseerd wordt om diesel te gebruiken die voldoet aan de Europese norm EN 590.

Mocht u niet beschikken over diesel die voldoet aan de Europese norm EN 590, zorg er dan voor dat het cetaangetal (CZ) minimaal 51 is. Indien de motor is voorzien van een deeltjesfilter, dan moet verder het zwavelgehalte van de brandstof lager zijn dan 50 deeltjes per miljoen.

Winterdiesel

Zomerdiesel wordt dik in de winter, hetgeen ertoe leidt dat uw wagen moeilijker start.

Daarom wordt in de winter bij de tankstations diesel met betere visco-elasticiteit bij kou (winterdiesel) aangeboden.

Water in het brandstoffilter1)

Indien uw wagen een dieselmotor heeft en is uitgerust met een brandstoffilter met waterbezinkvat, kan op het dashboard een waarschuwing verschijnen: Water in het brandstoffilter. Breng in dat geval uw wagen naar een gespecialiseerde werkplaats om het water in het brandstoffilter af te laten.

VOORZICHTIG

  • De wagen is niet geconstrueerd voor het gebruik van FAME-brandstof (biodiesel). Het brandstofsysteem wordt beschadigd, indien op deze brandstof wordt gereden.
  • Brandstoftoevoegingen, zogenaamde "vloeistofverbeteraars", benzine of dergelijke middelen mogen niet aan de dieselolie worden toegevoegd.
  • Bij slechte kwaliteit van de diesel kan het noodzakelijk zijn om uit het brandstoffilter ook tussen de in het Serviceplan vermelde intervallen water af te tappen. Geadviseerd wordt om dit in een gespecialiseerde werkplaats te laten uitvoeren. Een ophoping van water in het filter kan tot motorstoringen leiden.

Aardgas

Het aardgas kan o.a. gecomprimeerd of vloeibaar zijn.

Liquefied aardgas komt voort uit een hevige koeling van aardgas. Op die manier wordt de omvang aanzienlijk verminderd in vergelijking met gecomprimeerd aardgas. In wagens met aardgas mag niet rechtstreeks liquefied aardgas worden bijgetankt, omdat het gas zich te veel zou verspreiden in de brandstoftank.

Daarom mag er in wagens met aardgas enkel gecomprimeerd gas getankt en gebruikt worden  .

Kwaliteit en verbruik van aardgas

Naargelang de kwaliteit is aardgas onderverdeeld in de groepen H en L.

Het type H heeft een grotere verwarmingscapaciteit en minder stikstof/koolstofdioxide dan het type L. Hoe groter de verwarmingscapaciteit van aardgas, hoe lager het verbruik.

De verwarmingscapaciteit en de hoeveelheid stikstof en koolstofdioxide kunnen echter schommelen binnen deze groepen. Daardoor kan het verbruik van de wagen variëren, ook al wordt er maar één type gebruikt.

De motorregeling wordt automatisch aangepast aan het gebruikte aardgas in overeenstemming met de kwaliteit. Daarom kunnen in de tank gassen van een verschillende kwaliteit worden gemengd en hoeft de tank niet volledig geledigd te worden alvorens bij te tanken met gas van een andere kwaliteit.

Op het display van het instrumentenpaneel wordt de kwaliteit van het aardgas getoond .

Aardgas en veiligheid

U ruikt gasgeur of vermoed dat er een lek is  :

Regelmatige controles van het aardgassysteem

De aardgastanks kunnen beschadigd raken en verroesten door uitwendige invloeden. De wanden van de gastanks verzwakken bij vervorming, schade of corrosie. Daardoor kunnen de tanks klappen en levensgevaarlijk letsel veroorzaken. Om die reden moet de eigenaar van de wagen het gassysteem uiterlijk om de 4 jaar laten nakijken in een gespecialiseerde werkplaats (visuele controle). De eigenaar van de wagen moet de aardgastanks laten vervangen in een gespecialiseerde werkplaats voordat ze aan het eind van hun levensduur komen. Informeer u bij een SEATdealer of gespecialiseerde werkplaats over de levensduur van de aardgastanks

ATTENTIE

Als u de gasgeur in de wagen of tijdens het bijtanken negeert, kunnen er ernstige verwondingen optreden.

  •  De noodzakelijke handelingen uitvoeren.
  • verlaat het gevarengebied.
  •  Indien nodig, verwittig dan de noodhulpdiensten.

 

ATTENTIE De wagen is niet klaar om aardgas te gebruiken, deze brandstof mag in geen geval gebruikt worden. Het gebruik van vloeibaar aardgas kan ervoor zorgen dat de brandstoftank ontploft, en kan ernstige verwondingen veroorzaken.

 

ATTENTIE

Tanks die beschadigd of verroest zijn kunnen klappen en levensgevaarlijk letsel veroorzaken.

  •  Laat de aardgastanks uiterlijk om de 4 jaar nakijken (visuele controle).
  •  De aardgastanks hebben een beperkte levensduur.

    Laat de gastanks tijdig vervangen.

    Bij de SEAT-dealers of een gespecialiseerde werkplaats kunt u meer informatie hierover krijgen.

 

ATTENTIE

Indien de bodem van de wagen tegen de grond stoot of bij een aanrijding van achteren kunnen de aardgastanks beschadigd raken.

  •  Controleer of u een gasgeur waarneemt.
  •  Indien u een gasgeur waarneemt, ga dan zo snel mogelijk naar een gespecialiseerde werkplaats om het aardgassysteem te laten nakijken.

 

Let op De periodieke controle van het aardgassysteem door een gespecialiseerde werkplaats volgens het Onderhoudsprogramma laten uitvoeren.

Tanken

Zodra het volgens de voorschriften bediende vulpistool voor de eerste keer is uitgeschakeld, is de brandstoftank "vol". Daarna niet verder tanken, omdat anders het expansiereservoir in de tank ...

Motorruimte

Afb. 247 Afbeelding met de plaats van de elementen. Het peil van de verschillende vloeistoffen van de wagen dient regelmatig gecontroleerd te worden. De vloeistoffen niet onderling verwissele ...

Zie ook:

Mazda 6. DSC OFF indicatielampje
Dit indicatielampje blijft gedurende enkele seconden branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Dit lampje gaat ook branden wanneer op de DSC OFF schakelaar wordt gedrukt en het TCS/DSC ...

Mazda 6. Interieuruitrusting (Aanzicht A)
Verlichtingsregelaar Richtingaanwijzers en signaal voor rijbaanverandering Ruitenwisser en sproeierhendel Instelschakelaar bandenspanningcontrolesysteem DSC OFF schakelaar i-stop ...

Modellen: