Seat Leon: Energiemanagement - Rijden - Bedienen - Seat Leon - InstructieboekjeSeat Leon: Energiemanagement

Startomstandigheden worden geoptimaliseerd

Het energiemanagement regelt de elektrische energieverdeling en optimaliseert zo de beschikbaarheid van elektrische energie voor het starten van de motor.

Als een wagen met een gewoon energiesysteem gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, wordt de accu door ruststroomverbruikers (bijv. wegrijblokkering) ontladen. Dit kan ertoe leiden dat niet meer voldoende elektrische energie voor het starten van de motor beschikbaar is.

In deze wagen zorgt een intelligent energiemanagementsysteem voor de verdeling van de elektrische energie. Hierdoor wordt de startbaarheid van de wagen aanzienlijk verbeterd en de levensduur van de accu verlengd.

Het energiemanagementsysteem bestaat uit accudiagnose, ruststroommanagement en dynamisch energiemanagement.

Accudiagnose

De accudiagnose bepaalt continu de toestand van de accu. Sensoren registreren de accuspanning, de accustroom en de accutemperatuur.

Hierdoor wordt de actuele ladingstoestand en de capaciteit van de accu bepaald.

Ruststroommanagement

Het ruststroommanagement verlaagt het energieverbruik in de periode dat de wagen stilstaat. Bij uitgeschakeld contact regelt het de energievoorziening van de verschillende elektrische verbruikers. Hierbij wordt rekening gehouden met de gegevens van de accudiagnose.

Afhankelijk van de ladingstoestand van de accu worden de verbruikers één voor één uitgeschakeld om te sterk ontladen van de accu te voorkomen en zodoende goede startomstandigheden te behouden.

Dynamisch energiemanagement

Tijdens het rijden verdeelt het dynamische energiemanagement de opgewekte energie gelijkmatig over de verschillende verbruikers.

Het zorgt ervoor dat niet meer elektrische energie wordt verbruikt dan wordt opgewekt en zorgt hierdoor voor een optimale ladingstoestand van de accu.

Let op

  • Ook het energiemanagementsysteem kan de natuurkundige grenzen niet overwinnen.

    Houd er rekening mee dat capaciteit en levensduur van een accu beperkt zijn.

  • Als het risico bestaat dat de wagen niet meer start, gaat het laadstroomlampje of het controlelampje ladingstoestand van de accu te laag branden .

Ontladen van de accu

Behouden van goede startomstandigheden heeft hoogste prioriteit.

Op korte afstanden, in het stadsverkeer en in koude jaargetijden wordt veel van de accu gevergd. Er is veel elektrische energie nodig, maar er wordt maar weinig opgewekt. Het is ook kritiek als de motor niet draait en elektrische verbruikers zijn ingeschakeld. In dit geval wordt energie verbruikt, maar niet opgewekt.

Vooral in deze situaties zal u opvallen dat het energiemanagementsysteem de energieverdeling actief regelt.

Als de wagen langer stilstaat

Als u uw wagen gedurende enkele dagen of weken niet gebruikt, krijgen de elektrische verbruikers één voor één minder energie of worden ze zelfs uitgeschakeld. Hierdoor wordt het energieverbruik verminderd en de goede startomstandigheden gedurende langere tijd behouden. Sommige comfortfuncties, zoals het openen van de wagen via de afstandsbediening, kunnen niet beschikbaar zijn onder bepaalde omstandigheden. De comfortfuncties zijn weer beschikbaar als u het contact inschakelt en de motor start.

Bij afgezette motor

Als u bijvoorbeeld naar de radio luistert terwijl de motor stilstaat, wordt de accu ontladen.

Zodra het energieverbruik een risico wordt voor het opnieuw starten van de motor, verschijnt in wagens met bestuurdersinformatiesysteem* een tekst.

Daarin wordt de bestuurder gevraagd de motor te starten om de accu bij te laden.

Bij draaiende motor

Hoewel tijdens het rijden elektrische energie wordt opgewekt, kan de accu toch ontladen.

Dit gebeurt vooral dan als weinig energie wordt opgewekt en veel wordt verbruikt terwijl de ladingstoestand van de accu niet optimaal is.

Om de energiebalans weer in evenwicht te krijgen, krijgen verbruikers die bijzonder veel energie verbruiken tijdelijk minder energie of worden ze zelfs uitgeschakeld. Vooral verwarmingssystemen gebruiken veel energie. Als u constateert dat bijvoorbeeld de stoelverwarming* of achterruitverwarming niet verwarmt, krijgt ze tijdelijk minder energie of is ze uitgeschakeld.

De systemen zijn weer beschikbaar zodra de energiehuishouding weer in evenwicht is.

Bovendien zult u vaststellen dat het stationair toerental zo nodig licht wordt verhoogd.

Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid.

Door het verhogen van het stationaire toerental wordt de meer benodigde energie opgewekt en de accu opgeladen.

Inrijden en zuinig rijden

Motor inrijden Een nieuwe wagen moet de eerste 1.500 kilometer worden ingereden. Tijdens de eerste 1.000 kilometer het motortoerental niet hoger laten komen dan 2/3 van het toegestane maximum ...

Motorregeling en uitlaatgasreinigingssysteem

Inleiding tot thema ATTENTIE  Vanwege de hoge temperaturen die in het uitlaatgasreinigingssysteem (katalysator of roetfilter voor dieselmotoren) kunnen voorkomen, ...

Zie ook:

Mercedes-Benz C-Klasse. Inleiding
In de auto mogen alleen goedgekeurde kinderzitjesbevestigingssystemen volgens ECE-norm ECE-R44 of ECE-norm ECE-R129 (i-Size-kinderzitjesbevestigingssystemen) worden ...

Mercedes-Benz C-Klasse. Rijprogramma kiezen
- De DYNAMIC SELECT-schakelaar zo vaak naar voren of naar achteren drukken, tot het gewenste rijprogramma is geselecteerd. Op het multifunctioneel displa ...

Modellen: