Mercedes-Benz C-Klasse: Restwarmte in- of uitschakelen - Temperatuurregelsysteem bedienen - Klimaatregeling - Mercedes-Benz C-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz C-Klasse: Restwarmte in- of uitschakelen

Algemene aanwijzingen

De functie "Restwarmte" is alleen beschikbaar bij de automatische airconditioning THERMOTRONIC en bij de automatische airconditioning THERMATIC met standverwarming.

Als de motor is afgezet, kan met de restwarmte van de motor het interieur voorin nog circa 30 minuten worden verwarmd of geventileerd. De verwarmings- of ventilatieduur hangt af van de ingestelde interieurtemperatuur.

In- en uitschakelen

- De sleutel in het contactslot in de stand draaien of verwijderen .

- Inschakelen: De tuimelschakelaar  omhoog- of omlaagdrukken.

  • Het controlelampje boven de tuimelschakelaar gaat branden.

    Onafhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid draait de aanjager met een lage snelheid.

    Als de functie "Restwarmte" bij hoge buitentemperaturen wordt ingeschakeld, wordt alleen de ventilatie ingeschakeld. De aanjager draait in de middenpositie.

    - Uitschakelen: De tuimelschakelaar  omhoog- of omlaagdrukken.
  • Het controlelampje boven de tuimelschakelaar  dooft.

    De restwarmtefunctie wordt automatisch uitgeschakeld:

    • na circa 30 minuten
    • als het contact wordt ingeschakeld
    • als de accuspanning terugloopt
    • als de standverwarming wordt ingeschakeld

      Comfortopening of comfortsluiting met de luchtrecirculatietoets

      WAARSCHUWING Bij het comfortsluiten kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied van de zijruit en het schuifdak bekneld raken. Er bestaat gevaar voor letsel! Bij het comfortsl ...

      Parfumeringssysteem

      ...

      Zie ook:

      Mercedes-Benz C-Klasse. Achteruitrijcamera in- en uitschakelen
        - Inschakelen: In het multimediasysteem moet de functie Activeren door schakelstand R geselecteerd zijn (zie de digitale handleiding). ...

      Hyundai Ioniq Electric. Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
      De inzittenden moeten tijdens het rijden niet uit hun stoel komen of van plaats wisselen. Een inzittende die zijn veiligheidsgordel niet draagt, kan tijdens een aanrijding of een noodstop door de ...

    • Modellen: