Mercedes-Benz C-Klasse: Belangrijke veiligheidsaanwijzingen

WAARSCHUWING

De actieve remassistent met kruisingsfunctie remt uw auto bij een herkend aanrijdingsgevaar in eerste instantie met een deelremming af. Als u niet zelf extra remt, kan een aanrijding plaatsvinden. Ook met een hierop volgende noodstop kan een aanrijding niet altijd worden voorkomen, in het bijzonder als u een voorligger met hoge snelheid nadert. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

Altijd zelfstandig remmen en proberen uit te wijken, voor zover dit zonder gevaar mogelijk is.

 

Bij een deelremming wordt de auto met tot 50% van de volledige remdruk afgeremd.

WAARSCHUWING

Het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie kan objecten en complexe verkeerssituaties niet altijd ondubbelzinnig herkennen.

In deze gevallen kan het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie:

• zonder reden waarschuwen of remmen
• niet waarschuwen of ingrijpen.

Er bestaat gevaar voor ongevallen!

De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht nemen en gereed zijn om te remmen, in het bijzonder als het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie u waarschuwt. De ingreep beëindigen als de rijsituatie niet kritisch is.

WAARSCHUWING

De actieve remassistent met kruisingsfunctie kan personen niet altijd ondubbelzinnig herkennen, met name als deze zich bewegen. In deze gevallen kan de actieve remassistent met kruisingsfunctie niet ingrijpen. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht nemen en gereed zijn om te remmen, in het bijzonder als de actieve remassistent met kruisingsfunctie u waarschuwt.

 

U moet zelf remmen om een veilige afstand ten opzichte van de voorligger aan te houden en zodoende een aanrijding te vermijden.

WAARSCHUWING

Het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie reageert niet:

• op kleine personen, bijvoorbeeld kinderen
• op dieren
• op tegenliggers
• in bochten.

Daardoor kan het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie niet in alle kritische situaties waarschuwen of ingrijpen. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht nemen en gereed zijn om te remmen.

 

Bij sneeuw of zware regenval kan de herkenning beperkt zijn.

De herkenning door het radarsensorsysteem is bovendien beperkt bij:

• vervuilde of afgedekte sensoren
• storing door andere radarbronnen
• sterke radarreflectie, bijvoorbeeld in parkeergarages
• vooruitrijdende smalle voertuigen, bijvoorbeeld motorfietsen
• voorliggers die versprongen rijden ten opzichte van het midden van de auto
• voertuigen die zich snel binnen het detectiebereik van het radarsensorsysteem bewegen.

De herkenning door het camerasysteem is bovendien beperkt:

• bij vervuilde of afgedekte camera's
• bij verblinding van het camerasysteem, bijvoorbeeld door een laagstaande zon
• bij duisternis
• wanneer:
  • voetgangers zich snel bewegen, bijvoorbeeld in de lijn van de auto lopen
  • een voetganger door speciale kleding of door andere objecten door het camerasysteem niet meer als persoon te herkennen is
  • een voetganger door andere objecten is afgeschermd
  • de typische contour van een voetganger niet voldoende afwijkt van de achtergrond.

Na een beschadiging van de voorzijde van de auto de instelling en werking van de radarsensoren bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. Dit geldt ook voor aanrijdingen met lage snelheid, waarbij geen schade aan de voorzijde van de auto zichtbaar is.

Na een beschadiging van de voorruit de afstelling en werking van het camerasysteem bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.