Volvo V40: Bedieningspaneel verlichting
Met het bedieningspaneel voor de verlichting kunt u de buitenverlichting inschakelen en aanpassen.
U gebruikt het ook om de display- en instrumentenverlichting alsook de sfeerverlichting aan te passen.
Overzicht bedieningspaneel verlichting
- Duimwiel voor het afstellen van de displayen instrumentenverlichting alsook de sfeerverlichting
- Knop voor mistachterlicht
- Draaiknop voor verlichting tijdens het rijden en parkeren
- Duimwiel voor koplamphoogteregeling
Een auto met led koplampen heeft automatische koplamphoogteregeling, zodat het duimwiel voor koplamphoogteregeling ontbreekt.
Standen draaiknop
Stand | Betekenis |
Dagrijverlichting A wanneer het elektrische systeem van de auto
in contactslotstand II staat of als de motor warm is.
Grootlichtsignalering mogelijk. |
|
Dagrijverlichting, sidemarkers achter en parkeerlichten, wanneer
het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat
of als de motor draait.
Sidemarkers achter en parkeerlichten, wanneer de auto geparkeerd B staat. Grootlichtsignalering mogelijk. |
|
Dagrijverlichting, sidemarkers achter en parkeerlichten bij
daglicht, wanneer het elektrische systeem van de auto in
contactslotstand II staat of als de motor draait.
Dimlicht, sidemarkers achter en parkeerlichten bij weinig daglicht of donker of als mistachterlicht geactiveerd is. De tunneldetectie is geactiveerd. Het automatische groot licht is te gebruiken. U kunt het groot licht inschakelen, wanneer u het dimlicht voert. Grootlichtsignalering mogelijk. |
|
Dimlicht, sidemarkers achter en parkeerlichten.
Groot licht is te activeren. Grootlichtsignalering mogelijk. |
- Aangebracht in of onder de voorbumper.
- Ook bij stilstaande auto en draaiende motor, mits de draaiknop vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet.
Volvo adviseert u om stand te gebruiken bij ritten in de auto.
WAARSCHUWING Het verlichtingssysteem van de
auto kan niet in elke situatie bepalen of het daglicht te zwak of
sterk genoeg is, bijvoorbeeld bij mist en regen.
Als bestuurder bent u verplicht om de verlichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de geldende verkeerswetgeving. |
Display- en instrumentenverlichting
Afhankelijk van de contactslotstand worden bepaalde displays en instrumenten verlicht, zie Contactslotstanden - functies in verschillende standen .
De displayverlichting wordt bij donker automatisch gedimd. De gevoeligheidsgraad van deze functie is in te stellen met het duimwiel.
Ook de sterkte waarmee het instrumentenpaneel verlicht wordt stelt u in met het duimwiel.
Koplamphoogteregeling
Door de belading van de auto wordt de hoogte van de koplampen gewijzigd, zodat u tegenliggers mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen. Stel de koplampen lager af als de auto zwaar beladen is.
- Laat de motor draaien of zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand I.
- Draai het duimwiel omhoog of omlaag om de koplampen hoger of lager af te stellen.
Duimwielstanden bij uiteenlopende belading.
- Alleen bestuurder
- Bestuurder en voorpassagier
- Inzittenden op alle zitplaatsen
- Inzittenden op alle zitplaatsen en maximale belading in bagageruimte
- Bestuurder plus maximale belading in bagageruimte
Gerelateerde informatie
- stadslichten
- Dagrijlicht
- Groot licht/dimlicht
Stuurwiel
Het stuurwiel heeft meerdere verstellingsmogelijkheden en bedieningselementen voor de claxon, cruisecontrol en het menu-, het audio- en het telefoonsysteem. Instellen Stuurwiel afstellen. ...
Stadslichten
stadslichten U schakelt de stadslichten voor en de achterlichten in met de verlichtingsdraaiknop. Verlichtingsdraaiknop in stand voor stadslichten Zet de draaiknop in de stand (ook de kent ...
Zie ook:
Mercedes-Benz C-Klasse. Spanningsvoorziening van aanhangwagen
Aanwijzing
Aan de permanente spanningsvoorziening kunnen
accessoires met een vermogen tot maximaal 240 W worden
aangesloten.
Met de spanningsvoorziening mag niet ...
Skoda Octavia. Handmatig schakelen en pedalen
Inleiding voor het onderwerp
VOORZICHTIG Als op een helling wordt gestopt, nooit
proberen de wagen met het gaspedaal op zijn plaats te houden - gevaar voor
schade aan de onderdelen van de versnel ...