Volvo V40: Actieve parkeerhulp (PAP) - functie - Bestuurdersondersteuning - Volvo V40 - InstructieboekjeVolvo V40: Actieve parkeerhulp (PAP) - functie

Volvo V40 / Volvo V40 - Instructieboekje / Bestuurdersondersteuning / Actieve parkeerhulp (PAP) - functie

Het instrumentenpaneel geeft met symbolen, grafische beelden en teksten aan, wanneer u iets moet doen.

N.B. PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan u de taak om:

  • goed op de omgeving rond de auto te letten
  • de instructies op het instrumentenpaneel op te volgen
  • te schakelen (achteruit/vooruit)
  • de snelheid te regelen en daarbij een veilige snelheid aan te houden
  • te remmen en de auto tot stilstand te brengen.

PAP is te activeren als na het starten van de motor aan de volgende criteria is voldaan:

Principe voor PAP
Principe voor PAP

Het PAP-systeem parkeert de auto aan de hand van de volgende deelmomenten:

  1. Het parkeervak wordt gezocht en gemeten – bij het meten mag de snelheid niet hoger zijn dan 30 km/h (20 mph).
  2. De auto wordt achteruit het vak ingestuurd.
  3. De auto wordt netjes in het midden van het vak geparkeerd door voor-/achteruit te rijden.

Gerelateerde informatie

Actieve parkeerhulp (PAP) - functie

U krijgt eenvoudige en heldere instructies voor het gebruik van PAP op het instrumentenpaneel – met grafische voorstellingen en teksten grafische voorstellingen en teksten .

N.B. Denk eraan dat het stuurwiel in bepaalde standen de aanwijzingen op het instrumentenpaneel kan verbergen als het tijdens de parkeermanoeuvre wordt verdraaid.

1 – Zoeken en meten

Actieve parkeerhulp (PAP)* - functie

N.B. PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan u de taak om:

  • goed op de omgeving rond de auto te letten
  • de instructies op het instrumentenpaneel op te volgen
  • te schakelen (achteruit/vooruit)
  • • de snelheid te regelen en daarbij een veilige snelheid aan te houden
  • te remmen en de auto tot stilstand te brengen.

 

N.B. De afstand tussen de auto en parkeervakken moet 0,5–1,5 meter (1,6–5,0 ft) bedragen, wanneer PAP de omgeving aftast op zoek naar een passende parkeerplek.

Het PAP-systeem zoekt een parkeervak en meet of dit vak groot genoeg is. Ga als volgt te werk:

  1. Activeer PAP met een druk op deze knop en rijd niet sneller dan 30 km/h (20 mph).
  2. Let op het instrumentenpaneel en stop de auto als dit met grafische voorstellingen en displayteksten van u verlangd wordt.
  3. Stop de auto als hierom met grafische voorstellingen en meldingen wordt verzocht.

N.B. PAP zoekt een geschikte ruimte om te parkeren, geeft instructies en parkeert de auto aan de passagierskant in. Desgewenst kunt u de auto ook aan de bestuurderszijde van de straat parkeren:

  • Schakel de richtingaanwijzers aan de bestuurderszijde in, waarna het systeem een geschikte parkeerplek aan deze kant van de straat zoekt.

2 – Achteruit inparkeren

2 – Achteruit inparkeren

Bij het achteruit inparkeren stuurt PAP de auto in het parkeervak. Ga als volgt te werk:

  1. Controleer of de ruimte achter u vrij is en schakel de achteruitversnelling in.
  2. Rijd langzaam en voorzichtig achteruit en raak het stuurwiel niet aan – rijd niet sneller dan ca. 7 km/h (4 mph).
  3. Let op het instrumentenpaneel en stop de auto als dit met grafische voorstellingen en displayteksten van u verlangd wordt.

N.B.

  • Houd uw handen weg van het stuurwiel als de PAP-functie is geactiveerd.
  • Let erop dat het stuurwiel niet door iets wordt gehinderd en vrij kan draaien.
  • Wacht voor het beste resultaat totdat het stuurwiel is uitgedraaid, voordat u achteruit/ vooruit rijdt.

3 - Positioneren

3 - Positioneren

Als de auto achteruit in het vak is ingeparkeerd, wordt de auto recht gezet en gefixeerd.

  1. Schakel de 1e versnelling in of D, wacht totdat het stuurwiel is gedraaid en rijd voorzichtig vooruit.
  2. Stop de auto als hierom met grafische voorstellingen en een melding wordt verzocht.
  3. Schakel de achteruitversnelling in en rijd voorzichtig achteruit tot met grafische voorstellingen en meldingen wordt verzocht om te stoppen.

Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd, waarna met grafische voorstellingen en een melding wordt aangegeven dat het insteken is afgerond.

U moet mogelijk later corrigeren – alleen u kunt beoordelen of de auto goed geparkeerd staat.

BELANGRIJK De waarschuwingsafstand is korter, wanneer de sensoren worden gebruikt door PAP dan wanneer Park Assist de sensoren gebruikt.

Gerelateerde informatie

Actieve parkeerhulp (PAP)

De actieve parkeerhulp (PAP – Park Assist Pilot) helpt u bij het parkeren door eerst te controleren of het vak groot genoeg is en daarna het stuurwiel te draaien en de auto in het vak te parkere ...

Actieve parkeerhulp (PAP) - beperkingen

De PAP-regeling wordt beëindigd: als u te snel met de auto rijdt – sneller dan 7 km/h (4 mph) als u het stuurwiel aanraakt bij een ingreep van het ABS41 of ESC42 - bijvoorbeeld als een w ...

Zie ook:

Mazda 6. Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental in duizenden omwentelingen per minuut (omw/min) aan. OPGELET Laat de motor niet met de naald van de toerentalmeter in de RODE ZONE draaien. Dit kan er ...

Skoda Octavia. Display in instrumentenpaneel
Afb. 37 Displaytypes: MAXI DOT / segmentdisplay Afhankelijk van de wagenuitrusting toont het informatiesysteem via het display in het instrumentenpaneel de volgende informatie afb. 37. Tij ...

Modellen: