Renault Megane: Tips voor het rijden, zuinig rijden - Rijden - Renault Megane - InstructieboekjeRenault Megane: Tips voor het rijden, zuinig rijden

Renault Megane / Renault Megane - Instructieboekje / Rijden / Tips voor het rijden, zuinig rijden

Het brandstofverbruik is goedgekeurd overeenkomstig een voorgeschreven standaardmethode.

Deze methode is voor alle autofabrikanten hetzelfde en maakt het mogelijk om auto’s met elkaar te vergelijken. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto, de uitrustingen en de rijstijl. Raadpleeg voor een optimaal brandstofverbruik onderstaande aanbevelingen.

Afhankelijk van de auto beschikt u over verschillende functies die u kunnen helpen het brandstofverbruik te verminderen:

Controlelampje verschijnt op het instrumentenpaneel als parameter "Freewheelen in ECO-modus" is ingeschakeld (ON in menu "Gebruikersinstellingen").

Deze informatie wordt aangevuld door het navigatiesysteem, als de auto hiermee is uitgerust.

Tips voor het rijden, zuinig rijden 

Op het instrumentenpaneel A of B

Afhankelijk van de auto, kan de informatieweergave worden ingedeeld en gepersonaliseerd aan de hand van de personaliseringsstijl van het instrumentenpaneel die is gekozen met het multimediascherm.

De toerenteller met ECO-zone 1
Rijden in de ECO-zone zorgt meestal voor een optimaal brandstofverbruik.

Tips voor het rijden, zuinig rijden 

Indicatielampje voor overschakelen naar de volgende versnelling 2
Afhankelijk van de auto geeft een waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel het beste moment aan om naar een hogere of lagere versnelling te schakelen om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te houden:

schakel een hogere versnelling in;

schakel naar een lagere versnelling.

Als u deze indicator regelmatig volgt, daalt het brandstofverbruik van uw auto.

Tips voor het rijden, zuinig rijden 

Indicatielampje rijstijl 3
Dit lampje informeert u in real time over uw rijstijl. De indicator 3 waarschuwt u.

Hoe meer blaadjes de indicator 3 weergeeft, hoe rustiger en zuiniger u rijdt.

Voor in -of uitschakelen van de rijstijlindicatie raadpleegt u het instructieboekje van het multimediasysteem.

Tips voor het rijden, zuinig rijden 

Op het multimediascherm

Trajectbalans
Nadat de motor is uitgezet, ziet u de "Trajectbalans" op het scherm 4, met informatie over uw laatste traject.

Het geeft aan:

Een algemene melding van 0 tot 100 geeft u de mogelijkheid om uw prestaties als zuinige bestuurder in te schatten. Hoe hoger het cijfer, hoe lager uw brandstofverbruik.

De tips voor zuinig rijden worden u gegeven om uw prestaties te verbeteren.

Het opslaan van uw voorkeurstrajecten geeft u de mogelijkheid om uw prestaties onderling te vergelijken en ze te vergelijken met de prestaties van andere gebruikers van de auto.

Voor meer informatie raadpleegt u het instructieboekje van het multimediasysteem.

stand ECO

De ECO-modus is een functie die het brandstofverbruik zo laag mogelijk houdt.

Deze werkt op bepaalde stroomverbruikende systemen in de auto (verwarming, airconditioning, stuurbekrachtiging, enz.) en op bepaalde rij-activiteiten (versnellen, vertragen, schakelen, gebruik van snelheidsregelaar, enz.).

Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor in de stad of de periferie waarbij weinig brandstof wordt verbruikt. Doordat de airconditioning slechts beperkt wordt gebruikt, daalt het brandstofverbruik zonder dat het warmtecomfort verlaagt.

Vrijloop in de ECO-modus
Afhankelijk van de auto wordt, bij auto’s met een automatische transmissie, in de remfasen (met de voet volledig van het gaspedaal), de vrijloop ingeschakeld (automatisch neutraal) om afremmen op de motor te verminderen zodat u verder komt zonder gas te geven, om brandstof te besparen.

stand ECO 

Raadpleeg «Menu voor het personaliseren van de instellingen van de auto» in hoofdstuk 1 om de vrijloopstand te activeren of te deactiveren.

Activeren van de functie
De functie kan worden ingeschakeld:

Het controlelampje verschijnt op het instrumentenpaneel om de inschakeling te bevestigen.

Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijdelijk worden verlaten om de motor weer op volle kracht te laten werken.

Druk daartoe het gaspedaal diep in.

De ECO-modus wordt weer ingeschakeld zodra u de druk op het gaspedaal vermindert.

Uitschakelen van de functie
Gebruik schakelaar 5.

Het controlelampje op het instrumentenpaneel gaat uit om de uitschakeling te bevestigen.

Tips voor het rijden en ECOrijden 

Tips voor het rijden en ECO-rijden

Rijgedrag

Rijd niet door als het water op de weg hoger staat dan de onderrand van de velgen.

Hinder bij het rijden
Aan de bestuurderskant mogen alleen voor de auto geschikte matten worden gebruikt die moeten worden vastgezet aan de vooraf geïnstalleerde onderdelen. Controleer regelmatig of ze goed vastzitten. Stapel niet meerdere matten op elkaar.

Gevaar van hakende pedalen

Tips voor het rijden en ECOrijden 

Banden

Tips voor het rijden en ECOrijden 

Tips voor het gebruik

Automatische parkeerrem

  Automatische werking De elektronische parkeerrem immobiliseert de auto wanneer de motor wordt afgezet door middel van de start/stopknop 1 of met de contactsleutel (sleutel in stand " ON ...

Tips voor onderhoud en minder luchtverontreiniging

Uw auto voldoet aan de eisen voor recycling aan het einde van de gebruiksduur, die van kracht werden in 2015. Bepaalde onderdelen van uw auto zijn daarom ontwikkeld met het oog op hun later recyc ...

Zie ook:

Hyundai Ioniq Electric. Uitleg bij onderhoudsschema
Koelsysteem Controleer de onderdelen van het koelsysteem, zoals radiateur, koelvloeistofreservoir, slangen en aansluitingen op lekkage en beschadigingen. Vervang beschadigde onderdelen. Koelvloe ...

Skoda Octavia. Allweather-banden- (of "winter")-banden
Allweather- of "winter"-banden (aangeduid met M+S en een bergtop-/sneeuwvloksymbool u) verbeteren de rijeigenschappen van de wagen in winterse omstandigheden. Voor de beste rijeigenschappen moete ...

Modellen: