Mercedes-Benz C-Klasse: Waarschuwingslampje - Spoorpakket - Rijsystemen - Rijden en parkeren - Mercedes-Benz C-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz C-Klasse: Waarschuwingslampje

Waarschuwingslampje

 

Waarschuwingslampje

De dodehoekassistent werkt niet beneden een snelheid van circa 30 km/h. Voertuigen die zich in het controlegebied bevinden worden dan niet weergegeven.

Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h in het controlegebied van de dodehoekassistent een voertuig wordt herkend, brandt het waarschuwingslampje aan de betreffende zijde rood. Het waarschuwingslampje gaat altijd branden als een voertuig van achteren of van opzij in het controlegebied van de dodehoekassistent rijdt. Als een voertuig wordt ingehaald, wordt alleen een waarschuwing gegeven als het snelheidsverschil kleiner dan 12 km/h is.

Als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, is de dodehoekassistent niet actief.

De helderheid van de waarschuwingslampjes wordt automatisch aangepast aan de helderheid van de omgeving.

Botswaarschuwing

Als een voertuig wordt herkend in het controlegebied van de dodehoekassistent en de betreffende richtingaanwijzer wordt ingeschakeld, klinkt eenmaal een dubbel waarschuwingssignaal. Het rode waarschuwingslampje in de betreffende buitenspiegel knippert. Als de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden herkende voertuigen weergegeven door het knipperen van het rode waarschuwingslampje in de buitenspiegel. Er vindt geen verdere akoestische melding plaats.  

Dodehoekassistent inschakelen

- In de boordcomputer moet de dodehoekassistent ingeschakeld zijn .

- De sleutel in het contactslot in de stand draaien.

  • De rode waarschuwingslampjes in de buitenspiegels branden tot de motor wordt gestart.

    Weergave in de assistentieweergave

    Weergave in de assistentieweergave

    Wanneer de dodehoekassistent ingeschakeld is, verschijnen in de assistentieweergave van het multifunctioneel display  naast de auto grijze, zich naar achteren voortplantende radargolven. Boven een snelheid van 30 km/h verandert de kleur van de radargolven in de assistentieweergave naar groen . De dodehoekassistent is dan bedrijfsklaar.

    Rijden met een aanhangwagen

    Als een aanhangwagen wordt aangekoppeld, controleren of de elektrische verbinding correct tot stand is gebracht. Dit is mogelijk door het controleren van de verlichting van de aanhangwagen. De dodehoekassistent is dan uitgeschakeld. Op het multifunctioneel display verschijnt de melding Dodehoekassistent met aanhangwagen niet beschikbaar zie handleiding .

      Controlegebied

      De herkenning kan vooral beperkt zijn bij: vervuilde of afgedekte sensoren slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen, sneeuw of spatwater ...

      Spoorassistent

      Algemene aanwijzingen De spoorassistent bewaakt het gebied vóór de auto met een bovenaan achter de voorruit bevestigde multifunctionele camera . Als de actiev ...

      Zie ook:

      Skoda Octavia. Deactivering/activering
      Afb. 288 Toetsen/stelwiel: Op de bedieningshendel / op het multifunctiestuurwiel De functie wordt elke keer als het contact wordt ingeschakeld automatisch geactiveerd. Het systeem kan allee ...

      Mazda 6. Voorgloei-indicatielampje (SKYACTIV-D 2.2)
      Dit indicatielampje kan gaan branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Het lampje gaat uit wanneer de gloeibougies warm zijn. Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedur ...

    • Modellen: