Mercedes-Benz C-Klasse: Belangrijke veiligheidsaanwijzingen - Slepen en aanslepen - Pechhulp - Mercedes-Benz C-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz C-Klasse: Belangrijke veiligheidsaanwijzingen

Hybride voertuigen: Beslist de afzonderlijke handleiding lezen. Anders kunt u gevaren niet herkennen, bijvoorbeeld door hoogspanning.

WAARSCHUWING

Veiligheidsrelevante functies zijn beperkt of niet meer beschikbaar, wanneer: Als de auto dan wordt weg- of aangesleept, kan voor het sturen en het remmen duidelijk meer kracht noodzakelijk zijn. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

In deze gevallen een sleepstang gebruiken. Vóór het weg- of aanslepen controleren of het sturen mogelijk is.

WAARSCHUWING

Als het stuurslot in aangrijping is, kan het voertuig niet meer worden bestuurd. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

Bij het slepen met een sleepkabel of sleepstang altijd het contact inschakelen.

WAARSCHUWING

Wanneer de te slepen auto zwaarder is dan het toegestane totaalgewicht van uw auto, kan: Er bestaat gevaar voor ongevallen!

Als u een andere auto aansleept of sleept, moet erop worden gelet dat het gewicht ervan niet hoger is dan het toegestane totaalgewicht van uw auto.

Gegevens over het toegestaan totaalgewicht van de auto vindt u op het voertuigtypeplaatje .

Aanwijzing

Wanneer de actieve remassistent, de afstandspilot DISTRONIC of de HOLD-functie ingeschakeld zijn, remt de auto in bepaalde situaties automatisch.

Om schade aan de auto te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:

De elektrische parkeerrem moet vrijgezet zijn; dit controleren. Wanneer de elektrische parkeerrem defect is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

De sleepkabel of sleepstang uitsluitend aan de sleepogen of, indien aanwezig, aan de trekhaak bevestigen. Anders kan de auto worden beschadigd.

Bij het slepen met een sleepkabel de volgende punten in acht nemen:

De trekhaak niet gebruiken om de auto te bergen of te slepen. Het sleepoog niet gebruiken om de auto te bergen. Dit kan tot beschadigingen aan de auto leiden. Bij twijfel moet de auto met een kraan worden geborgen.

Tijdens het slepen resp. aanslepen langzaam en zonder schokken wegrijden. Anders kunnen te hoge trekkrachten de auto beschadigen.

De automatische transmissie in de stand zetten en tijdens het slepen niet het bestuurders- of passagiersportier openen. Anders kan het gebeuren, dat de automatische transmissie naar de wisselt, wat tot schade aan de transmissie kan leiden.

De auto mag over een afstand van maximaal 50 km worden gesleept. Daarbij mag een sleepsnelheid van 50km/h niet worden overschreden.

Bij een sleepafstand van meer dan 50 km moet de gehele auto worden opgetild en zo getransporteerd.

Bij het slepen de wettelijke bepalingen in het betreffende land in acht nemen.

Aan het transporteren moet de voorkeur boven slepen worden gegeven.

Als de auto transmissieschade heeft, de auto op een auto-ambulance of een aanhangwagen laten vervoeren.

Auto's met automatische transmissie: Bij het slepen moet de automatische transmissie in de stand staan. Als de automatische transmissie niet in de stand kan worden gezet, de auto op een auto-ambulance of een aanhangwagen laten vervoeren.

De accu moet aangesloten en opgeladen zijn. Anders kan:

Vóór het slepen de automatische vergrendeling uitschakelen . Anders is er bij het aanslepen of slepen van de auto gevaar voor buitensluiten.

Vóór het slepen de wegsleepbeveiliging uitschakelen .

Slepen en aanslepen

...

Sleepoog verwijderen en aanbrengen

Sleepoog aanbrengen WAARSCHUWING Het uitlaatsierstuk kan zeer heet zijn. Bij het verwijderen van de achterste afdekking bestaat gevaar voor brandwonden! Het uitlaatsiers ...

Zie ook:

Hyundai Ioniq Electric. Welkomstsysteem
Welkomstverlichting (indien van toepassing)   Instapverlichting (indien van toepassing) Wanneer alle portieren (en de achterklep) zijn gesloten en vergrendeld, gaat de instapverlichting ge ...

Volvo V40. Driver Alert Control (DAC) - symbolen en meldingen
Het Driver Alert Control - DAC  kan in uiteenlopende situaties symbolen en displaymeldingen op het instrumentenpaneel of op het beeldscherm van de middenconsole laten verschijnen. Hier volge ...

Modellen: