Mercedes-Benz C-Klasse: Algemene aanwijzingen
De parkeerpilot is een elektronische parkeerhulp met ultrasone sensoren. Daarbij wordt de ruimte aan beide zijden van de auto gemeten. Een parkeersymbool geeft een geschikte parkeerplek aan. Bij het in- en uitparkeren kunt u in dat geval door een actieve stuur- en remingreep worden ondersteund. Daarnaast kunt u nog beschikken over de PARKTRONIC-parkeerassistent .
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
De parkeerpilot is slechts een hulpmiddel. De bestuurder moet altijd zelf goed op de directe omgeving blijven letten. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Er mogen zich geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied van de auto bevinden; dit controleren.Als de PARKTRONIC-parkeerassistent is uitgeschakeld, is ook de parkeerpilot niet beschikbaar.
Bij auto's met uitgeklapte aanhangwagenvoorziening neemt de minimumlengte voor parkeerplekken iets toe.Als er een aanhangwagen aan uw auto is aangekoppeld, mag de parkeerpilot niet worden gebruikt. Als de elektrische verbinding tussen de auto en aanhangwagen is aangesloten, is de parkeerpilot niet beschikbaar. De PARKTRONIC-parkeerassistent is voor de achterzijde uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
De auto beweegt bij het in- en uitparkeren opzij en kan daarbij ook op de andere rijstrook komen. Daardoor kunt u in botsing komen met andere weggebruikers. Er bestaat gevaar voor ongevallen!Op de andere verkeersdeelnemers letten. Eventueel stoppen of de parkeerprocedure met de parkeerpilot afbreken.
Aanwijzing
Indien niet vermijdbaar onder een rechte hoek en langzaam over obstakels zoals stoepranden rijden. Anders kunnen velgen en banden worden beschadigd.
De parkeerpilot kan mogelijk ook parkeerplekken aangeven die niet voor parkeren geschikt zijn, bijvoorbeeld:
- bij een parkeer- of stopverbod
- voor in- en uitritten of in- en uitgangen
- op een ongeschikte ondergrond.
- In smalle straten zo dicht mogelijk langs de parkeerplek rijden.
- Parkeerplekken die vuil of begroeid zijn, worden mogelijkerwijs niet herkend of niet correct gemeten.
- Parkeerplekken vóór geparkeerde aanhangwagens, waarvan de aanhangwagendissel over de rand van de parkeerplek steekt, worden mogelijkerwijs niet als parkeerplek herkend of niet correct gemeten.
- Sneeuw of zware regenval kunnen ertoe leiden dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauwkeurig worden bepaald.
- Tijdens het inparkeren ook de waarschuwingsmeldingen van de PARKTRONIC-parkeerassistent in acht nemen.
- U kunt te allen tijde de stuurbeweging corrigeren. De parkeerpilot wordt dan beëindigd.
- Als u een vracht vervoert die buiten de auto uitsteekt, mag de parkeerpilot niet worden gebruikt.
- De parkeerpilot niet gebruiken als sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
- Uw auto altijd controleren op de voorgeschreven bandenspanning. Deze is van invloed op het parkeergedrag van de auto.
- parallel aan of dwars op de rijrichting liggen
- zich in rechte straten bevinden, dus niet in bochten
- op dezelfde hoogte liggen als de straat, dus bijvoorbeeld niet op de stoep liggen
Parkeerpilot
...
Parkeerplek herkennen
Objecten die zich boven het herkenningsgebied van de parkeerpilot bevinden, kunnen bij het opmeten van de parkeerplek niet worden herkend. Hiermee wordt daarom ook geen rekening geho ...
Zie ook:
Volvo V40. Collision Warning - symbolen en meldingen
Symbool A
Melding
Betekenis
Collision warning system UIT
Collision Warning is uitgeschakeld.
Verschijnt bij het starten
van de motor.
De melding dooft automatisch na ...
Skoda Octavia. Phonebox
Afb. 96 Phonebox
Het afsluitbare opbergvak in de middenconsole voorin kan met de
Phoneboxfunctie zijn uitgerust.
Wordt een telefoon met het display naar
boven gericht op het vlak in het opber ...