Mazda 6: Accu is uitgeput
Starten met een hulpaccu
Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk zijn wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt.
Volg daarom de procedure nauwkeurig op. Indien u hiermee niet vertrouwd bent, raden wij u ten sterkste aan het starten van uw auto met een hulpaccu over te laten aan een deskundige monteur of aan de wegenwacht.
Volg deze voorzorgsmaatregelen nauwkeurig op: Lees voor een veilige en juiste behandeling van de accu onderstaande voorzorgsmaatregelen nauwkeurig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren.
Laat de positieve (+) pool niet in aanraking komen met een ander metalen voorwerp dat vonken kan veroorzaken: Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en de accu tot ontploffing brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en letsel veroorzaken. Laat bij het werken in de buurt van een accu geen metalen gereedschap in aanraking komen met de positieve (+) of negatieve (-) pool van de accu.
Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open accucellen: Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en de accu tot ontploffing brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en letsel veroorzaken.
Nooit met een bevroren accu of met een accu met een laag vloeistofniveau via het gebruik van een hulpaccu proberen te starten: Proberen te starten met een hulpaccu wanneer de uitgeputte accu bevroren is of wanneer het vloeistofniveau laag is, is gevaarlijk. De accu kan dan scheuren of tot ontploffing komen, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu: Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve (-) pool van de uitgeputte accu is gevaarlijk.
Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontploffing komen en iemand letsel toebrengen.
Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen: Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegende onderdelen (koelventilators, aandrijfriemen) is gevaarlijk. De kabel kan verstrikt raken wanneer de motor start en ernstig letsel veroorzaken.
1. Verwijder het accudeksel.
2. Controleer of de hulpaccu 12 V is en of de negatieve pool daarvan met de massa verbonden is.
3. Indien de hulpaccu zich in een andere auto bevindt, mogen beide auto's elkaar niet raken. Zet de motor van de auto met de hulpaccu stop en schakel alle niet noodzakelijke elektrische verbruikers in beide auto's uit.
4. Sluit de hulpstartkabels in precies dezelfde volgorde aan zoals is aangegeven in de illustratie.
- Sluit het ene uiteinde van een hulpstartkabel aan op de positieve pool van de uitgeputte accu (1).
- Sluit het andere uiteinde aan op de positieve pool van de hulpaccu (2).
- Sluit het ene uiteinde van de andere hulpstartkabel aan op de negatieve pool van de hulpaccu (3).
- Sluit het andere uiteinde aan op het massapunt aangegeven in de illustratie op afstand van de uitgeputte accu (4).
5. Start de motor van de auto waarin zich de hulpaccu bevindt en laat de motor gedurende enkele minuten draaien.
Start vervolgens de motor van de auto met de uitgeputte accu.
6. (Met i-ELOOP systeem) "i-ELOOP laadt op" wordt getoond in de multi-display van de instrumentengroep nadat de motor gestart is. Het bericht wordt niet langer getoond wanneer de motor draait en het laden voltooid is. Wanneer het bericht niet meer wordt getoond, mag er weer met de auto worden gereden.
Als u het stuurwiel draait terwijl het bericht wordt getoond, voelt dit zwaarder dan normaal. Dit duidt echter niet op een afwijking. Wanneer het bericht niet langer wordt getoond, zal het gebruik van het stuur weer normaal worden. De hulpstartkabels niet losmaken terwijl het bericht wordt getoond.
7. Maak wanneer u gereed bent de kabels voorzichtig los, in de omgekeerde volgorde als beschreven in de illustratie.
8. Als het accudeksel verwijderd is, dit in omgekeerde volgorde van verwijderen monteren.
Monteren van het reservewiel
1. Verwijder alle vuil en overige verontreiniging van de montagevlakken van het wiel, de naaf en de naafbouten met behulp van een doek. WAARSCHUWINGZorg ervoor dat de montagevlakken van h ...
Zie ook:
Mazda 6. Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indicatie op display
Bedrijfstoestand
1. Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
...
Mazda 6. Uitschakelen van een in staat van
paraatheid gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid
is gebracht kan uitgeschakeld worden
met gebruik van een van onderstaande
methodes:
De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
Starten ...