Skoda Octavia: Modus Sport
De modus is geschikt voor een sportieve rijstijl.
De keuze van deze modus heeft met name betrekking op de werking van de volgende systemen.
DCC
De DCC stelt het onderstel voor de sportieve rijstijl in.
Stuurinrichting
De stuurbekrachtiging wordt iets verminderd, voor het sturen is meer kracht nodig.
Aandrijving
De acceleratie van de wagen verloopt dynamischer dan in de modus Normal.
Vooras sperdifferentieel
De aandrijfkrachtverdeling tussen de voorwielen wordt aangepast aan een sportieve rijstijl.
Automatische afstandsregeling (ACC)
De acceleratie van de wagen vindt bij de afstandsregeling sneller plaats dan in de modus Normal.
Full LED-koplampen
De koplampen passen zich dynamischer aan de rijrichting aan dan in de modus Normal.
Proactieve inzittendenbescherming
Het eerste beschermingsniveau wordt gedeactiveerd.
Motorgeluid
Het motorgeluid is in het interieur sterker waarneembaar dan in de modus Normal.
Modus Individual
In de modus Individual kan elk systeem afzonderlijk worden ingesteld, Instellingen van de modus Individual.
Modus Offroad
De modus Offroad is geschikt voor het rijden buiten verharde wegen.
Meer informatie, Offroad-modus.
Let op
De modus Offroad wordt na het uit- en
inschakelen van het contact gedeactiveerd en de modus Normal wordt
automatisch ingesteld.
Dynamische onderstelregeling (DCC)
De dynamische onderstelregeling (hierna DCC) biedt de mogelijkheid om de schokdemperkarakteristiek voor een sportieve, normale of comfortabele rijstijl in te stellen, door de betreffende rijmodus ...
Moduskeuze en infotainmentweergave
Afb. 289 Toets voor het selecteren van de rijmodus: Variant 1 / variant 2 Afb. 290 Weergave op het infotainmentbeeldscherm Weergave van de rijmodusmenu's Op toets resp. afb. 289 ...
Zie ook:
Skoda Octavia. Zender zoeken en frequentie selecteren
Zender zoeken
In het hoofdmenu Radio de functietoets
of aantippen.
Afhankelijk van de instelling → Pijltoetsen: wordt een beschikbare zender
uit de zenderlijst of een onder de voorkeu ...
Volvo V40. Veiligheid - waarschuwingssymbool
Het waarschuwingslampje verschijnt, als er tijdens de storingsdiagnose een
storing wordt geconstateerd of als het systeem geactiveerd is.
Waar nodig verschijnt het waarschuwingslampje in combinatie ...