Renault Megane: Accu
Om vonkvorming te voorkomen:
- Controleer of alle stroomverbruikers (binnenlichten enz.) zijn uitgeschakeld voordat u de accuklemmen losmaakt of aansluit;
- schakel de acculader uit voordat u deze op de accu aansluit of ervan losmaakt;
- leg geen metalen of andere geleidende voorwerpen, die kortsluiting tussen de accupolen kunnen veroorzaken, op de accu;
- wacht minstens één minuut na het afzetten van de motor voordat u de accukabels losmaakt.
- zet de accukabels na het weer monteren goed vast.
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog
warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan
draaien. Het waarschuwingslampje in
de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar |
Aansluiting van een acculader
De acculader moet geschikt zijn voor een accu met een nominale spanning van 12 volt.
Maak de accukabels nooit los als de motor draait. Houd u aan de voorschriften van de fabrikant van de acculader.
Voor bepaalde accu’s gelden speciale voorwaarden bij het
laden. Raadpleeg uw merkdealer.
Voorkom elk risico op een vonk die onmiddellijk een explosie tot gevolg zou kunnen hebben. Zorg dat het opladen in een goed geventileerde ruimte plaatsvindt. Gevaar van ernstige verwondingen. |
Voordat er in de motorruimte werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, moet u absoluut het contact afzetten (raadpleeg de paragraaf "Starten, stoppen van de motor" in hoofdstuk 2). |
De accu bevat zwavelzuur.
Vermijd daarom contact met de ogen, de huid of kleding. Bij onverhoopt contact spoelen met veel water. Indien nodig een arts raadplegen. Houd de accu verwijderd van open vuur, gloeiende voorwerpen en vonken: explosiegevaar. Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Verwondingsgevaar |
Starten met starthulpkabels
Als u voor het starten de accu van een andere auto moet gebruiken, koop dan de startkabels (met groot oppervlak) bij een merkdealer of controleer, als u reeds startkabels heeft, of deze in goede staat verkeren.
Beide accu’s moeten dezelfde spanning hebben: 12 volt. De hulpaccu moet minstens de capaciteit (ampère-uur, Ah) hebben van de ontladen accu.
Let erop dat de auto’s elkaar niet raken (kortsluitingsgevaar als u de pluspolen met elkaar verbindt) en dat de ontladen accu goed aangesloten is. Zet het contact af van uw auto.
Start de motor van de hulpauto met een middelmatig toerental.
Til de rode afdekkap van de eenheid 1 achter de accu op.
Sluit de positieve kabel A aan op de steun 3 (+) onder de afdekkap van de eenheid 1, en vervolgens op de pluspool 5 (+) van de hulpaccu.
Sluit de negatieve kabel B aan op de pool 4 (–) van de hulpaccu en daarna op de metalen kabel 2 (–) van de ontladen accu.
Start de motor, en maak zodra deze draait, de kabels A en B in omgekeerde volgorde los (2 - 4 - 5 - 3).
Controleer of de kabels A en B elkaar nergens raken en of de
positieve kabel A geen metalen delen van de hulpauto raakt.
Risico van letsel en/of beschadiging van de auto. |
Zekeringen
Zekeringkastje Controleer de staat van de zekeringen als een elektrisch apparaat niet werkt. Maak het klepje A los. Afhankelijk van de wetgeving of uit voorzorg: zorg dat u alt ...
RENAULT card: batterij
Vervangen van het batterijtje Wanneer de boodschap "Vervang batterij sleutelkaart" op het instrumentenpaneel verschijnt, moet u het batterijtje van de RENAULT-card vervangen: schuif ...
Zie ook:
Skoda Octavia. Werking
Afb. 274 MAXI DOT-display (monochroom): Voorbeelden van
statusindicaties van het snelheidsregelsysteem
Afb. 275 Segmentdisplay: Voorbeelden van statusindicaties van het
snelheidsregelsy ...
Skoda Octavia. Navigatiegegevens en categorieën bijzondere reisdoel importeren/updaten
Bij geactiveerde Infotainment Online online-diensten is het
mogelijk om navigatiegegevens te downloaden/updaten (geldt voor het
infotainment Columbus) of de in het gebruikersprofiel op de SKODA Co ...